top of page

Interview met Marelle Boersma

 

“Als je zelf vertrekt en in een ander land gaat wonen, merk je pas waar je allemaal tegenaan loopt. In 2015 ben ik, samen met mijn nieuwe liefde Jan, vertrokken naar Portugal. Dat vormt de basis van mijn nieuwste boekenreeks ‘Ik vertrek’, waarvan nu net het eerste deel is verschenen: ‘Chateau de Provence’. Je bent zelf een allochtoon. Ik sprak de taal ook niet. Vreselijk moeilijk dat Portugees. Maar ongelooflijk aardige mensen. Heel arm; ze verdienen heel weinig, maar ze werken erg hard. Je wordt altijd geholpen als er iets is. Het is een echte deel cultuur. Het weinige dat ze hebben, delen ze met anderen. Maar ze hebben ook diverse andere gebruiken waarvan wij zouden zeggen: moet dat nou zo? Zoals hoe ze bijvoorbeeld omgaan met kettinghonden. Maar dat zit gewoon in die cultuur. Je moet je aanpassen. Ook een stapje terug doen in ritme. Als je in de supermarkt staat, duurt het soms eindeloos bij de kassa. Want met iedereen worden alle nieuwtjes en roddels uitgebreid doorgenomen. Als je denkt nog even snel boodschappen te doen voordat je iemand van het station ophaalt of zo, dat gaat niet werken in Portugal. Dat is een groot verschil met ons jachtige leven hier in Nederland. Je komt zo wel veel meer tot rust.”

 

Aan het woord is Marelle Boersma, gezeten op de bank in het huis van haar zoon in Wageningen. Het huis waar ze zelf voor haar vertrek naar Portugal ook heeft gewoond. Ze is even in Nederland voor de presentatie en enkele signeersessies van haar nieuwe boek. Hierna vliegt ze naar Sicilië om research te doen voor haar volgende boek.

 

“Het verhaal is al voor een groot deel klaar, maar ik ben nu op het punt gekomen dat ze naar Sicilië gaan. Want ondanks dat het beide zuidelijke streken zijn, is er verschil tussen de Provence en Sicilië. Qua sfeer, qua mensen, qua geur alles. Dat moet in het boek komen. Geur is echt zo’n zintuig dat schrijvers te weinig toepassen, maar wat heel erg belangrijk is. In je jonge jeugd wordt geur al in je herinnering vastgelegd. Dat is heel krachtig als je daar mee aan de slag gaat als schrijver. In ’Chateau de Provence’ zit een boekenlegger die naar lavendel ruikt. Geweldig om zo in de sfeer te komen van die streek. Een heel leuk extraatje in het boek. Ik ben trouwens heel erg blij met de Crime Compagnie, mijn uitgever.  Heerlijk brainstormen met elkaar; zo inspirerend! Mijn idee voor de nieuwe ‘Ik vertrek’ reeks heb ik ook direct met Ilse besproken. Toen ik nog in Nederland woonde, nam ik vooral gewone mensen waar iets bizars of bijzonders mee gebeurde als onderwerp. Misstanden aankaarten en daar dan een thriller over schrijven. Mensen namen soms zelf contact met mij op en vertelden me dan wat hun was overkomen. Dan keek ik of ik daar een boek over kon schrijven. Wat is er al over dat onderwerp geschreven? Wat voel ik erbij? Kan ik er iets mee? Nu heb ik toch minder voeling en voeding met Nederland omdat ik er niet meer woon. Je volgt het nieuws wel, maar op een afstand. Het idee voor deze nieuwe reeks kwam zo op mijn pad. Ik ben daar erg blij mee. Ik barst van de ideeën.”

 

“Vroeger heb ik er altijd bij gewerkt. Dat moest wel: alleenstaande moeder met 2 kinderen, dan moet er brood op de plank. Ik gaf onderwijs aan de Universiteit van Wageningen en deed onderzoek in de biochemische toxicologie. Dat ging heel veel over voeding, over voedsel supplementen, gezonde voeding enz. Ondertussen was ik druk met schrijven en met schrijf trainingen geven. De vraag naar die schrijftrainingen werd steeds groter en groter. De mensen bleven terugkomen en wilden meer. Ik hield dat in het begin nog wat af omdat ik ook mijn eigen boeken wilde schrijven. Maar ik had daarvoor steeds minder tijd over. Toen dacht ik opeens: waar ben ik nou mee bezig?  En toen kwam ondertussen Jan ook langs. Nou ok, dacht ik, dan is dit het moment.  Op 1 januari 2015 heb ik ontslag genomen van mijn baan. Dat is een stap die gelukkig goed uitgewerkt heeft. Ik kan nu van het schrijven en de schrijf trainingen leven. Dat is een droom die uitgekomen is.”

 

“Mijn eerste boek kwam uit in 2005. Moeilijke tijden waren dat. Ik was gescheiden, twee kinderen en een baan. Eén dag per week hield ik toen vrij om te schrijven. Daarnaast ’s avonds als de kinderen naar bed waren. In de weekenden en de vakanties ook natuurlijk. Ik zie me nog zitten in de voortent, druk aan het schrijven. Tja, als je iets heel graag wilt dan komt dat niet onderaan je prioriteiten lijst te staan. Dan doe je dat. Dan vind je daar tijd voor. Bij elk nieuw boek wil ik mijzelf steeds uitdagen. Een echt nieuw boek schrijven en niet doorborduren op een eerder succes of een trucje toepassen. Ik maak het mijzelf niet gemakkelijk, maar dat vind ik ook leuk. Dat hoort bij me. [lacht] Iemand zei tegen me: Oh, je gaat ‘ik vertrek-boeken’ schrijven? Dat is makkelijk; dan heb je altijd een vast format. Die kent mij dus niet. Dat gaat dus echt niet gebeuren.”

 

Daarna gaat het gesprek over collega-schrijvers die zij graag leest. Dat vindt Marella een moeilijke vraag.

 

“Ik probeer alle boeken van de Crime Compagnie te lezen. Daarnaast vind ik Jody Picoult [Amerikaanse schrijfster uit 1966] erg goed omdat zij altijd hele scherpe dilemma’s aansnijdt in haar boeken. Zodanig dat je als lezer denkt: poeh! Wat zou ík doen in zo’n situatie? Heel erg knap. Niet altijd werkt ze dat vervolgens op een hele goede manier uit, maar het zijn wel hele goede boeken. Zoals “De Tweede Dochter” bijvoorbeeld. In Nederland? Charles den Tex kan met woorden toveren; dat vind ik heel knap, maar zijn onderwerpen hebben dan weer wat minder met mij. Identiteitsfraude, computers en zo. Maar hij schrijft heel knap. Net als Michael Berg. En verder natuurlijk mijn collega’s van de Crime Compagnie. Ilse heeft een groep schrijvers in haar stal die wél onderscheidend zijn, en toch een bepaalde herkenbaarheid hebben. Dat is heel fijn. Met de Scandinaviërs heb ik niet zoveel. Ik hou ook niet zo van detectives. Zo van: daar wordt een moord gepleegd en die gaan we oplossen. Ik hou meer van gewone mensen die in ongewone omstandigheden terecht komen. Dat vind ik leuk en interessant. Maar iedereen heeft zijn eigen smaak daarin. Dat is prima. Lang geleden heb ik ooit een boek gelezen van Nicci French waar tijdens het lezen mijn gevoel veranderde; zo beklemmend, ik werd er gewoon naar van. Ik dacht: jeetje, hoe dat kan! Hoe je door het schrijven van een boek zo iemands gemoedsrust kan veranderen. Dat was voordat ik zelf aan het schrijven was. Grappig is dat na het verschijnen van mijn boek “Ik volg je” iemand mij precies datzelfde vertelde. Dat vond ik heel leuk om te horen.”

Daarna praten we over mogelijke toekomstige locaties voor haar “ik vertrek” serie. Na Sicilië wil ze naar het noorden. Ik opper Scandinavië, maar dat wordt stellig ontkend.

 

“Nee, ik bedoel meer Ierland of Schotland; hele mysterieuze landen. Vind je dat niet het noorden? [interviewer lacht] Voor mij is dat het noorden; het is een stuk noordelijker dan Portugal. Maar ik wil ook wel naar Griekenland of Australië. Maar dat is nog ver weg. En er moet ook een verhaal zijn. Het gaat om het verhaal. Sicilië kwam tussendoor eigenlijk. Ik had een gesprek met iemand en zo kwam ik op dat verhaal. En de setting hoort daar dan bij. Natuurlijk ga ik dan research doen ter plaatse. Ik heb veel gereisd, de hele wereld over. Waarom ik juist naar Portugal ben vertrokken en niet naar een ander warm land komt door Jan. Voor mij was dat toeval en een volslagen verrassing. Jan had al meer dan 20 jaar de droom om daar naartoe te gaan. Hij wilde echt zelfvoorzienend leven. Hij komt uit de plantenteelt, met name de ecologische kant. Vanwege allerlei dingen kwam het er steeds niet van. Toen hij op een gegeven moment alleen kwam te staan dacht hij bij zichzelf: als ik een nieuwe vrouw ga zoeken, moet het er wel een zijn die met me mee wil gaan. [lacht hartelijk] Welnu, schrijven kan ik overal. Ik moest alleen dingen regelen voor mijn schrijfworkshops en trainingen. Maar dat is goed te doen. Zodoende werd het Portugal. Heerlijk!”

 

Roelant de By.

bottom of page