Interview met Bertina Mulder
“Tijdens het schrijven van dit boek over de reis naar Mars merkte ik dat de aandacht snel gaat naar de techniek, naar het wel of niet mogelijk zijn van dergelijke ondernemingen, maar er wordt nauwelijks gekeken naar de menselijke en juridische aspecten. Want stel dat we daar met een kolonie zitten, wie is dan de baas? Wie bepaalt de regels? Zelfs bij een vlucht van de ISS is er een moment geweest dat de astronauten zijn gaan staken en de communicatie hebben uitgezet. Ouderwetse muiterij zeg maar want Houston control is op afstand. En deze mensen cirkelden om de aarde; niet eens heel ver weg. Ik heb gewerkt bij een bedrijf dat een dependance had elders. Gewoon hetzelfde bedrijf op verschillende locaties. Zelfs daar zag je meteen “cultuurverschillen”. Dus als je op zo’n reis naar Mars zit, die 5 tot 7 maanden duurt, kan ik me voorstellen dat ze op een gegeven moment denken: krijg het heen en weer daar op aarde met z’n allen. Wij zitten hier en wij moeten het doen. Dan gaan wij het ook bepalen. Zodoende ontdekte ik, al schrijvende, dat er naast de financiële, ook veel politieke, morele en ethische kanten aan het verhaal zitten. Per aspect is er maar één groep die zich daar specifiek mee bezighoudt. Zo is er een milieugroep die vindt dat een nieuwe planeet als Mars niet geschonden mag worden, omdat wij ons moeten bezighouden met onze eigen planeet. Ik was juist geïnteresseerd in de claustrofobische omgeving van zo’n ruimteschip zonder hulp van buitenaf. Welke beslissingen neem je als niemand kan controleren wat je gedaan hebt?”
Bevlogen praat Bertina Mulder over het onderwerp van haar nieuwste boek, “De Rode Magneet”, een prachtige titel. Het is een buitengewoon boeiend relaas over een bemande reis naar Mars. Als ik de term Science Fiction laat vallen, reageert ze fel.
“Het is geen science fiction wat ik hier beschrijf. Alles wat ik beschrijf is al gedaan of is mogelijk. Ze zijn nu bezig met de simulatie missies hier op aarde. Mensen zitten 6-9 maanden opgesloten in een kleine ruimte. Mogen alleen naar buiten in een ruimtepak. De communicatie gaat altijd met een vertraging van 20 minuten enkele reis zoals het ook is op een reis naar Mars met het thuisstation. Het is gewoon hier op aarde maar ze bestuderen de effecten die dergelijke beperkingen hebben op mensen. Opeens brand hier? Nee, je zult eerst zelf die vlammen moeten doven en pas daarna kunnen vertellen wat er beschadigd is. Je kunt geen brandweer laten komen of een dokter. Je zit opgesloten. Dat is geen science fiction! Ik heb voor mijn boek alleen gebruikt wat nu bekend is en technisch al helemaal haalbaar is. Of de financieën ervoor zijn is een tweede. Maar dat zijn randvoorwaarden. Het doel en de manier waarop dat zou moeten gebeuren is bekend. In mijn research heb ik met heel veel mensen uit de ruimtevaartwereld gesproken. Heel erg boeiend. Die hebben een soort eigen vakjargon. Zodra ze een vraag beantwoorden met woorden als ‘plausibel’, dan weet je dat ze daar niets over mogen vertellen. Wat staat er bijvoorbeeld niet op internet? Wat er fout gaat. Ik stelde vragen als: wat gebeurt er als er iemand tijdens zo’n ruimtereis overlijdt? Het is nog niet gebeurd, maar dat zal vast een keer gebeuren. Wat doe je dan met dat lijk? Meenemen naar Mars en daar begraven? Dat moet dan in de diepvries. Kost enorm veel geld, die extra ballast. Dan denk je aan het zeemansgraf. Sluisdeuren open en de ruimte in schieten: de air-lock en push. Zo’n lijk vergaat niet, het mummificeert. Volkomen steriel. Net als op Mars zelf; geen bacterie te vinden. Erg leuk om er zo met jou over te praten omdat je het boek gelezen hebt.”
[interviewer: ‘Daar wil ik je nog hartelijk voor bedanken. Ik vond het een erg goed en boeiend boek. Spannend ook. Een hele wereld ging voor me open. Ook bijzonder hoe je de focus niet op de techniek hebt gericht met alle robots en computers en dergelijke, maar op de mensen die er mee bezig zijn. Vertrouwen, vriendschap, toewijding, afhankelijkheid, motivatie; het komt allemaal langs in je boek,’
“Omdat we er nog niet zitten vind ik dat je nu in deze tijd de dingen goed moet regelen. Wanneer je daar aankomt en je gaat graven in de grond. Stel je vindt allerlei delfstoffen, van wie zijn die dan? Er zijn oliebaronnen die midden in de woestijn koepels hebben laten bouwen om zo een leven als op Mars te simuleren. Alles moeten ze daar zelf doen: groenten kweken, onderhoud doen. Echt alles! En dan kijken hoe dat die mensen vergaat. Het is ook erg belangrijk dat er een mix van mannen en vrouwen is. Tegenwoordig is de helft van de astronauten in opleiding een vrouw. Je hoort van mensen die een eigen gemeenschap hebben opgebouwd in de natuur dat ze voor het grootste gedeelte van de tijd bezig zijn met hun voedselvoorziening, met het onderhoud en met zorgen dat je het warm houdt. Dat soort dingen. Daarnaast zullen ze op Mars constant met wetenschap bezig zijn. De hele planeet is al in kaart gebracht. Alles heeft al een naam. Alleen de bodem nog niet. Dat is de volgende fase: boringen doen met de robots. Alles werkt er op zonne-energie. Fascinerend om te ontdekken hoe alles daar gaat of zal gaan. Of ik erg in de wetenschap geloof? Nou ik denk wel dat zolang er mensen nieuwsgierig zijn er onderzoek zal zijn. Je moet je geest en het verlangen van de geest bevredigen. Er zijn mensen die zo ontzettend slim zijn dat ze van een idee dat ze hebben, willen onderzoeken of dat waar is. Soms slaat die gedachte weleens door denk ik. Dan kijken ze eerst of iets kan om er achteraf een doel bij te verzinnen. Het zijn echt kwajongens daar in Silicom Valley. Ze zitten elkaar uit te dagen, zo van: ‘Kan het niet? Let maar op. ‘ En zo ontstaat kennis; deze wordt uitgebreid. En dan willen ze dat ook gaan toepassen. Op het moment dat je bezig bent met Mars dan is dat doel om de aarde te begrijpen. Mars is ons voorgegaan. Dat was ooit een planeet met water, maar ergens is dat misgegaan. Wat is er dan in het verleden van Mars gebeurd? Kunnen we daar iets van vinden? En gaat onze aarde ook die kant op? Maar zelfs als je daarachter komt, heb je daar dan wat aan? Dan kun je nog steeds beter onze eigen aarde beter verzorgen om te zorgen dat het wat minder hard de kant van Mars opgaat. Maar dat is de rechtvaardiging van de wetenschappers. Wetenschap heeft eigenlijk geen doel volgens mij. Er wordt later een doel aan gekoppeld. Maar ik geloof niet dat je een brein dat heel intelligent is, kunt dempen. En daar ontstaat iets uit. Dan is het maar net of je iemand tegenkomt die dat wil faciliteren en financieren. Als je kijkt hoe met het onderwijs en de zorg omgegaan wordt in ons land dan is dat droevig. Daar zou je flink in moeten investeren in plaats van bezuinigen. In die korte lijnen naar de mensen toe. Dat zou je veel latere besparingen opleveren. Al die 10 minuten afspraakjes bij de huisarts; veel te kort. Neem eens een half uur voor bijvoorbeeld een ingegroeide teennagel. Die persoon komt later niet terug met overspannenheid, want hij kon zijn verhaal al kwijt. Goede eerste lijnszorg bespaart op latere ontsporing. Hoe duur zijn die leraren nou op de kosten van later ontspoorde mensen? Zorg dat de verschillen in arm en rijk niet zo groot zijn dat dat de oorzaak wordt van criminaliteit. Kennis op de goede manier gebruiken. Zo ook de reis naar Mars. Ik kan allerlei dingen verzinnen om naar Mars te gaan, maar is het werkelijk nodig? Wat is ons doel? Maar omdat het kan, gaan we het doen.”
Dank je wel voor dit bijzonder boeiende interview, Bertina.
Roelant de By